Rens, Jaïr en Ome Uncle geïnterviewd door mijn buurman Roel

Gepubliceerd op 2 september 2023
Interview: Roel Hennink | Tekst en foto’s: Michael Oudman

Mijn buurman Roel interviewt Rens, Jaïr en Ome Uncle. Als voyeuristische souffleur observeer ik het gesprek zoals ik eerder Roels powerpointpresentatie begluurde, en maak ik ondertussen foto’s van de samenkomst als fotografisch bewijs. Mijn buurman Roel is niet alleen fan, maar heeft zelf ook een hiphop-formatie: Geteisem. Zij spelen niet op Into The Great Wide Open, maar ambitieus zijn ze zonder twijfel.

Rens, Jaïr en Ome Uncle geïnterviewd door mijn buurman Roel

Laatst dronk ik wijn op mijn balkon, dat eigenlijk de galerij is van het appartementencomplex waar ik woon. Door het open raam van mijn buurman kwam een opgetogen rumoer en flink wat licht. Nou, dan heb je mijn aandacht. In een powerpointpresentatie bleek de marketingstrategie van zijn driekoppige hiphopformatie besproken te worden. Suggesties werden de groep in geslingerd vanaf een groot scherm, dat ik zonder moeite kon lezen vanaf het balkon. “Een blootshoot”. “Dik zijn”. “Reageren onder artiesten op socials als Instagram en Tikkots”(sic). “Rohans pa doet iets voor de fotoshoot”. “Bollie Roy beheert de Soundcloudpagina met daarop ook oude onzindingen”. “Hard, maar niet asociaal”. Tussen deze suggesties stonden de namen van Rens, Jaïr en Ome Uncle, waaruit ik concludeerde dat er gehoopt werd op een samenwerking. Toevallig stond het trio ook op de interview-wenslijst van Into The Great Wide Open. Tijd voor een koppelsessie.

Wanneer ik mijn plan voorleg aan Rens en via WhatsApp de plannen smeed, antwoordt hij steevast op mijn vragen met een voicebericht dat hij afsluit met “bless you!” Als dit de toon zet voor de aanstaande samenkomst, kan het alleen maar een succes worden. De locatie van de afspraak is de Amsterdamse Kopstootbar, waar we elkaar op een dinsdagavond ontmoeten. Ik heb tot dat moment nog nooit interview-illustrerende foto’s gemaakt, maar ik zal een dappere poging ondernemen. Ook drink ik die avond mijn eerste kopstootje. Het woord is aan buurman Roel, die zo de kans krijgt te vragen wat hij maar wil over inspiratie en zelfpromotie.


Waarom hebben jullie geen gezamenlijke bandnaam?

Jair: “Als jij hem voor ons bedenkt, gaan we overwegen of we hem gaan veranderen, haha. We hebben het écht geprobeerd maar als je drie zulke verschillende mensen bent dan is het bijna onmogelijk om dat in één naam te vatten.”

David: “Rens en Jaïr begonnen zonder dj, ik sloot later aan. Het voelde nog niet echt alsof we een groep hadden, dus hadden we ook nog niet nagedacht over een naam. Toen ik eens met Rens op een terras zat, vonden we dat ik een dj-naam moest hebben, dat is Ome Uncle geworden.”

Rens: “We zijn gehecht geraakt aan hoe slecht de naam is. Het kost je een half jaar om het te onthouden, maar dan vergeet je het nooit meer.”


Ik ga gewoon een beetje random door de vragen heen. Hoe werken jullie? Eerst de beats en dan schrijven, of ook wel eens andersom?

David: “We werken allemaal op een andere manier. Ik vind het heel leuk om als ik dronken op de Nieuwmarkt ben Jaïr te bellen als ik ruik dat hij thuis is. Dan kom je op een bepaald soort grappen waar je anders niet op komt. Jaïr zegt altijd: ‘Je hebt avond- en dagmuziek. Het is nu ‘s nachts, dus we moeten nu een klapper maken.’ We plannen ook wel echt studiosessies in, en dan voelt het meer als werken.”

Jaïr: “Werken op een goede manier.”

David: “Dan bedenken we conceptjes, en visualiseren een beeld bij een bepaalde zin.”

Jaïr: “Ik maak vaak on the spot beats bij een idee dat we hebben. Soms blijkt Rens dan al de hele dag met een idee in z’n hoofd te zitten dat daar dan naadloos op aansluit.”

David: “Jaïr en ik maken veel beschonken muziek, zegmaar, maar Rens is conceptueel heel sterk, alles is al uitgewerkt in z’n hoofd.”

Rens: “Beide manieren zijn mooi, heel fluïde. Het klinkt heel kut, maar als we een deadline hebben is iedereen aan. We maken de beste muziek wanneer we echt doelbewust muziek aan het maken zijn. Soms neem ik ook muziek die Jaïr en Uncle gemaakt hebben mee naar huis, en dan blijf ik schrijven en schrappen, soms maanden. Soms is het ook binnen een dag af. We geven elkaar de ruimte om te werken op de manier die het best past.”


Hebben jullie vaak ruzie in de studio?

David: “In de studio hebben we nooit ruzie.”


Wij hebben elke maandag discussie, en dan zegt onze producer dat we de stekker eruit trekken. Elke maandag vaste prik.

In koor: “Hahaha”


Wie zijn jullie grootste inspiratiebronnen?

Jaïr: “Hoe heet die pappie, Herbie Hancock, maar ook George Clinton. Ik ken Hancock vooral uit de latere elektronische periode. Ook Donald Jones, de eerste donkere artiest die in Amsterdam op het toneel is doorgebroken. En daardoor voor mij indirect veel heeft betekend. Zij zijn allemaal zo sterk, zo natuurlijk. In dat rijtje past ook Manu Dibango, die met Soul Makossa iets heeft gemaakt dat nog nooit iemand heeft gedaan. Niet normaal, als ik het hoor, dan breek ik bijna m’n nek van verbazing.”

David: “Ik denk dat er niet één iemand is, maar vind levensverhalen van artiesten wel heel vet. Bijvoorbeeld D’Angelo, die per ongeluk een sekssymbool werd, dat niet trok en daarna verslaafd raakte. Dat uitdiepen, dat vind ik mooi. Ook het verhaal van Cymande, die ik twee weken terug op Dekmantel zag. Zij zijn gewoon voor de grap muziek gaan maken, maar die plaat klapte echt als een motherfucker. Wonderbaarlijk vind ik dat.”

Rens: “Verschillende artiesten. Drake, want je kan hem niet betrappen op een slechte foto. Of Frenna, de man ziet er té goed uit. Ronnie Flex, of Hef.”

David: “Rens heeft een enorme poster van Ronnie Flex op z’n kamer hangen.”


Dan even over jullie track Liefhebben. Ik vind de teksten heel diep gaan. Waar kwam de inspiratie vandaan?

Jaïr: “Ik woonde toen weer even bij m’n moeder, mijn ma is top, maar ik vond het wel kut. Dus ik schreef ‘je mag te laat komen, eenentwintig zijn en bij je ma wonen.’”


Ik vind ‘je mag liefhebben, je mag het ook niet hebben’ echt vet.

Jaïr: “Dat is Rens ouwe, goud, sterk nummer!”


En de inspiratie voor Fusten Fluisteraars, komt dat gewoon van een lamme avond?

David: “Leuke vraag, we bespreken nooit wat ons inspireerde.”

Jaïr: “Voor het Vondelparkconcert waar we speelden ging ik sixpacks halen met David, en toen heb ik de tekst al even met hem gedeeld. Pas maanden later zijn we dit uit gaan werken.”

Rens: “Soms hangt een liedje dus echt maanden in de lucht. Dan ineens is de beat daar, het concept daar, en dan landt het.”

Jaïr: “Dat is ook ontlading hoor.”


Wij denken heel vaak ‘we moeten er nu iets van maken, en dan lukt het niet.

David: “Als het niet goed voelt op dat moment, dan moet je het eigenlijk heel even vergeten.”

Jair: “En dan bam.”

David: “Als je er later mee verder gaat, wordt het echt keihard.”


Waar gaat Staart van de Draak eigenlijk over?

Alle drie: “Hahaha!”


Ik heb het de hele tijd zitten luisteren, maar kwam er niet helemaal achter. Leg het me effe uit!

David: “Let’s go!”

Rens: “In het Engels is chasing the tail of the dragon het blijven zoeken naar de ervaring van je eerste high, die je nooit meer kunt ervaren. Bij ons gaat het over het moment na het uitgaan waarop je bijna thuis bent. Vlak voordat je er bent ga je toch nog even je mattie bellen, van waar ben je, wat doe je.”

Jaïr: “‘Oh, aan de andere kant van de stad? Is goed!’ Het voor eeuwig op zoek zijn naar meer. We visualiseren dat moment, en werken dat uit in tekst. Ik vind het echt een waardevol nummer.”


En nog meer Nederlandse artiesten?

David: “De Dijk.”

Jaïr: “Spinvis.”


Op welke track zijn jullie het meest trots?

In koor: “Money harken.

David: “Hoe laat, dat is misschien wel de meest poppy tune die er is. En het is ook leuk voor mij, want het ging over m’n eerste datingapp-afspraak ooit. Kara, een Duitse schoonheid. Ik zie haar nog steeds, zij is een living legend.”


Waar staan jullie over 5 jaar?

Rens: “Dan hebben we twee keer in de Alpha op Lowlands gespeeld!”

Jaïr: “Ik zie ons ook wel andere artiesten – die dan in de fase zitten waar wij nu zitten – een duwtje in de rug geven, ze helpen zich te ontwikkelen. Maar daar zijn we nog lang niet hoor!


Dan nog een beetje zelfpromotie. Wat vinden jullie van Geteisem?

David: “Ik heb het voornamelijk op Instagram gecheckt, maar toen was ik heel dronken. Ik vind het sick dat jullie echt clipjes bij de tracks hebben.”


Die maken we helemaal zelf.

David: “Het is echt vet. Maar ik zou het oudere clipje wel weghalen. Het verschil in kwaliteit is te groot.”


Bij wie moeten we aankloppen om onze tracks te promoten?

David: “Volgens mij zijn er twee kampen, óf je klapt heel hard op Spotify, of je gaat overal waar je ook maar kan optreden. Dat laatste hebben wij gedaan.”

Rens: “Ik ben het daar niet mee eens. Je moet gewoon alle organisaties en alle likeminded artiesten berichtjes sturen. Geen e-mail, maar een DM. Niemand heeft zin om z’n e-mail te checken. Stuur het in drie delen. Eén: een hele fijne middag. Twee: ik ben Roel en ik maak muziek. Drie: ik wil bij je komen spelen. De eerste vijftig shows hebben we binnengehaald door 500 DM’s te sturen. Gewoon met hagel schieten. Stuur liever vijftig berichten waar je niet echt over hebt nagedacht, dan één waar je een week over hebt nagedacht. Als je niets hoort op die ene ga je je kut voelen. Als je twee berichten terug krijgt op die 50 vergeet je de andere 48.”


Waar kijken jullie het meest naar uit op ITGWO?

Rens: “Ik kijk gewoon heel erg uit naar het eiland. De vibe op een eiland is gewoon heel bijzonder. Het is even helemaal onthaasten.”

David: “Ik heb gehoord dat de artiestenboot altijd heel erg gezellig is, daar begint voor mij het festival.”

Rens: “En ik wil naar Igor! Ik zie allemaal topvideo’s voorbij komen van de repetities.”

David: “Ik weet het. Lee Fields.”

Jaïr: “Naar Naaz! Zij is op het conservatorium een tijdje mijn lerares geweest, en ze is echt een goeie lerares, en een leuk persoon. Ik wil ook kijken of haar show vetter dan onze show is.”

David: “Ik kijk er al jaren naar uit om naar ITGWO te gaan, en dat lukte nooit. Dat we er nu naartoe gaan om er te spelen is echt top, en dus ook het RJO-optreden waar ik het meest naar uit heb gekeken. Volgens mij komen er heel veel muziekliefhebbers en dat is top.”

Post

Ontvang POST, onze nieuwsbrief over wat ons beweegt, inspireert, fascineert of simpelweg leuk is.