Op zoek naar de vuurtoren met Brintex Collective
Interview: Michael Oudman | Beeld: Brintex Collective
Op ons vorig jaar geïntroduceerde podium De Kuil spelen veelbelovende, veelal Nederlandse artiesten. Maar ook op de andere podia vind je aanstromend talent, dat soms op Into The Great Wide Open hun eerste festivalshow speelt. Hoog tijd om ze te introduceren aan het grote publiek. De beurt is aan Brintex Collective.
Brenn, Christopher, Joop en Tommy – de basisbezetting van Brintex Collective, nemen je mee op een trip door de muziek. Van Van Gogh tot het nachtleven, van Ramses Shaffy tot Murakami. Kortom, we hebben ‘t over inspiratie.
Na een licht chaotische start waarbij de interviewer wordt beticht van een robotstem, wordt uit angst voor audiovisuele haperingen snel tot de kern gekomen. Brenn, geestelijk vader van het stel, put zijn inspiratie behalve uit de bron des nachtleven, ook uit de UK Jazz in de vorm van Alfa Mist en Robert Glasper. Ook voor de andere leden is het nachtleven, en vooral de muziek die daarin voorbij komt, een grote bron van inspiratie. “Ik luister vaak hele periodes naar hetzelfde album”, zegt Joop. “Momenteel is dat Directions van Miles Davis. Dan wil ik leren begrijpen waarom iemand zoiets maakt. Ook Dick Raaijmakers in de Philips studio is tof.” Tommy doet met Delia Derbyshire – Doctor Who theme! – nog een flinke duit experimentele electronica in het zakje. Hierbij vergeleken verbleken The Beatles als inspirators bijna. Na kort overleg wordt unaniem besloten dat Glasper hun absolute lichtende voorbeeld is. Inmiddels is het vertrouwen in de techniek van het Zoom-interview hersteld, en wordt rustig meanderend verder gepraat.
Als jullie een kunstwerk zouden zijn, wat zou dat dan zijn?
Brenn, zonder na te denken: “Lucht en water, van Escher. Dat staat voor mij gelijk aan de trip die je door onze muziek kunt maken. De transformatie, waarin je rustig begint en wild eindigt.”
Christopher is eerder Sterrennacht van Van Gogh, terwijl Joop zich vereenzelvigt met Animal van Karel Appel. “Ik hou van de speelse stijl van dit werk, precies zoals onze muziek. Ik moet altijd lachen als we live spelen.”
Op de vraag wat het viertal doet wanneer ze geen muziek maken, komt een verrassend gelijkgestemd antwoord. Ze blijken op dat moment allemaal Murakami te lezen. “De opwindvogelkronieken valt wel een beetje tegen na Kafka op het strand”, volgens Joop. Goed om te weten: het viertal skatet niet in hun vrije tijd, en een kickflip zit ook niet in hun repertoire. Behalve als titel van een van hun tracks.
Jullie mogen nog maar voor één iemand een liedje schrijven, wie zou dat dan zijn?
“Voor mijn nichtje, die over een dag of vier geboren wordt”, zegt Brenn. Uit de anderen stijgt een gerommel op dat te vertalen is als ‘ja, da’s mooi!’
Noordzee of Waddenzee?
Tommy: “Ramses Shaffy zingt ‘Lopend op de dijk, met de Noordzee aan je voeten en het IJsselmeer zo rustig aan de and’re kant’, maar dat is dus eigenlijk de Waddenzee. Dus ik kies die. Nee, doe toch maar beide.”
Eb of vloed?
Brenn: “Vloed! Ik hou van die chaos, en drukte, waarin je gewoon mee moet met de stroom.” Christopher: “Nee, eb. Dan kun je nergens meer heen.”
Euhm, juist wel toch?
Christopher: “Oja, gewoon lopend.” Joop: “We zijn eigenlijk een kalme zee, met een storm op komst, terwijl je op zoek bent naar de vuurtoren.” Brenn: “We hopen dat mensen meegaan op die reis; huilen, dansen, lachen, blij zijn en hun telefoon even laten liggen.”
Improviseren of standards?
Brenn: “Improviseren! Maar er is wel wat onenigheid over dit antwoord binnen de band. Joop wil altijd standards spelen. Maar Miles Davis heeft ooit gezegd dat hij het niet leuk zou vinden als iedereen al z’n nummers nu na zou spelen.”
Tommy: “Eigenlijk zijn standards ook gewoon geïmproviseerd, dus ik kan deze vraag niet beantwoorden”
Jullie zijn er het hele festival, wat willen jullie zelf graag zien?
“We hebben zin in Wu-Lu, SMANDEM. en Buck Meek!”