Met Malu via Otterloo naar Twin Peaks en Parijs
Interview: Michael Oudman | Beeld: Malu
Op ons vorig jaar geïntroduceerde podium De Kuil spelen veelbelovende, veelal Nederlandse artiesten. Maar ook op de andere podia vind je aanstromend talent, dat soms op Into The Great Wide Open hun eerste festivalshow speelt. Hoog tijd om ze te introduceren aan het grote publiek. Marloes van Malu is aan het woord.
Na tien jaar zoeken, schaven, schrijven en spelen heeft Malu de sound te pakken waar ze altijd al naar op zoek waren. Frontvrouw Marloes gidst ons via Rogier van Otterloo en David Lynch’ Twin Peaks naar het universum van Godard.
“De afgelopen jaren hebben we heel veel live gespeeld, en ik heb veel geschreven. We hebben ook een aantal keer met de bezetting gewisseld, maar we zijn nu compleet.” Naast Marloes wordt de band gevormd door Jelle Weber op bas, Chris Walthaus op gitaar, Arend van Beurden op drums en Thomas Curvers op gitaar en toetsen. “De naam is de afkorting van mijn beide voornamen, Marie-Louise, waar Marloes weer de Nederlandse afkorting van is, maar we staan er wel echt als band. De liedjes die nu online staan zijn eigenlijk nog steeds niet helemaal ons huidige geluid. Op 11 augustus kwam de derde single uit van de eerste EP, en we zijn momenteel plannen aan het maken voor de tweede. Alles vloeit nu!”
Wat inspireert je meer, natuur of de stad?
“Gisteren hebben we voor het eerst in de natuur gespeeld, in de Tolhuistuin in Amsterdam. Alle werelden komen dan samen, en je kunt ook echt leuk contact hebben met kinderen. In het begin haalde ik meer inspiratie uit de natuur, geïnspireerd door Twin Peaks was ik vaak in het bos, maar ik kom nu de stad niet meer zo vaak uit. Daardoor laat ik me nu meer inspireren door Amsterdam en Parijs.”
Wat heb je met Parijs dan?
“Parijs voelt voor mij als een bombastische verliefdheid. Ik probeer er elke drie maanden naar toe te gaan, om daar nu een netwerk op te bouwen. Momenteel ben ik nog heel erg aan het netwerken en rondkijken. Eerder een droom, dan dat ik alles op alles zet om er zo snel mogelijk te gaan wonen. In mijn hart woon ik er al. Ik ben eigenlijk een echte francofiel, wat trouwens best lastig is als veganist. In Frankrijk gaat de omslag naar vegan eten niet zo snel als in Amsterdam, maar in Parijs zelf wel iets sneller.”
Later blijkt dat het francofiel zijn zich ook uit in haar lievelings festivaleten dat buiten een vegan burger op een zwart broodje vooral een crêpe moet zijn, en als er dan toch gekozen mag worden specifiek een crêpe creme de marron van La Creme de Paris in Montmartre. Daarnaast heeft ze een enorme passie voor de films van Jean-Luc Godard. Gevraagd welk kunstwerk ze zou zijn, kiest ze namelijk een film uit zijn oeuvre. “Vooral Pierrot le Fou. Dat is echt een hele rare kleurrijke film, met een heel apart einde. Als je nog niets van hem hebt gezien, moet je echt hiermee beginnen.”
En als je een overleden artiest iets zou mogen vragen, wie dan?
“De Nederlandse componist Rogier van Otterloo. Het klinkt misschien raar omdat we zulke andere dingen maken, maar ik heb toch het idee dat we op dezelfde manier muziek schrijven. Ik zou hem vragen met me mee te luisteren, en vooral om andere arrangementen te maken van mijn meer orkestrale stukken. Dit is ook echt een gedachte die ik regelmatig heb. Zijn visie op componeren is echt een inspiratie voor me. Mijn moeder heeft ‘m ook nog gekend, en het schijnt ook echt een hele gezellige vent te zijn geweest.”
Voor haar moeder zou ze dan weer zelf graag graag een liedje schrijven. “Zij is mijn grootste voorbeeld, een echte powervrouw. Ik heb al wel stukken voor haar geschreven, maar nog nooit met tekst. Ik kan niet in woorden omschrijven hoeveel ik om haar geef. Ze heeft me in haar eentje opgevoed, terwijl ze al die tijd als eerste violiste speelde bij het Concertgebouworkest. Ze heeft het grootste hart dat je maar kunt bedenken!”
Tekst schrijven voor je moeder is dus moeilijk. Op welke tekst uit je repertoire ben je het meest trots?
“Dat komt uit een song die nog niet is uitgebracht. Hold that thought, I guarantee, in the end you’ll hear a symphony. Zelf vind ik loslaten heel lastig, maar ik heb het privilege dat ik muziek schrijf, en het zo dus van me af kan schrijven. Die zin is volgens mij heel hoopvol. Houd je gedachte maar even vast. Of je nou muziek maakt of alleen maar luistert, het helpt je uiteindelijk met loslaten.”
Wat betekent een eiland voor jou?
“Voor mij is het ontsnappen, even los zijn van het bekende land. Je mag alles even achterlaten. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe het is voor mensen die wonen op een eiland. Hebben zij het gevoel dat ze ontsnappen als ze naar het vasteland gaan? Het ruisen van de zee is ontzettend rustgevend. Ze zeggen altijd dat mensen de zee moeten zien om goed te kunnen aarden, en ik snap dat wel. De zee geeft meer rust dan een bos en zit vol mysterie. Wat zit er onder dat oppervlak, en kennen we nog niet? Ik vind het nog benauwender dan de oneindigheid van het universum.”
Hoe ziet jouw ideale festivaloptreden eruit?
“Als alle leeftijden op dat moment bij elkaar komen, en dat iedereen staat te dansen. Of als iedereen meezingt met onze muziek die al is uitgebracht. Dat gebeurt steeds vaker, en is heel leuk om te zien. Wij hebben op het podium veel plezier, en worden nog blijer als iedereen meebeweegt.”
Wie ga je zelf zien op Into The Great Wide Open?
“Ik wil heel veel mensen zien! We willen op vrijdag komen om CHARLOT te zien, mijn nichtje Hilde is haar bassiste. Daarnaast wil ik Cavolo Nero zien, dat is de band van onze gitarist. Ik wil ook naar La Femme en Nusantara Beat. En Altın Gün natuurlijk. Er komen zoveel mensen die ik ken dat het voelt alsof we met z’n allen naar een heel leuk kamp gaan.”