Langs de Lutinelijn (1)
Waar bakens hun functie verliezen, ontstaat ruimte voor verbeelding

2025
Floor
DATE
Jun 18, 2025
Deze zomer slaan Mister Motley en Into the Great Wide Open wederom de handen ineen, door het onderzoek van kunstenaars Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot te publiceren. Zij verbleven de afgelopen maanden meermaals op Vlieland voor hun nieuwe werk Lutinelijn, dat zij zullen presenteren binnen het kunstprogramma van Into The Great Wide Open. Deze installatie verbindt het maritieme erfgoed van het gezonken goudschip de Lutine (1799) met het landschap van Vlieland. Verspreid over het eiland en het festivalterrein markeren vier objecten en verhalen de historische navigatielijn. In hun gezamenlijke verkenning van traagheid, herinnering en oriëntatie onderzoeken Sijas en Sjoerd hoe het civiele baken dat ooit de plek van de Lutine markeerde, een nieuwe rol kan krijgen in het Waddengebied. In twee bijdragen nemen zij de lezer mee in hun proces, langs erfgoed, tijdens wandelingen en een verlangen naar het idee van thuiskomen op een eiland. Vandaag deel 1.
Wat als we het goud niet op de zeebodem zoeken, maar in onszelf en bij elkaar? Wat als het baken ons helpt om dat te vinden, zonder dat we precies weten waar we naar op zoek zijn?
Lutinelijn – introductie
Langs een onzichtbare navigatielijn tussen wad en Noordzee ontvouwt zich Lutinelijn – een kunstproject van Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot (Tussenland), ontwikkeld voor het kunstprogramma van Into The Great Wide Open 2025. De installatie verbindt het maritieme erfgoed van het gezonken goudschip de “Lutine” (1799) met het fysieke en innerlijke landschap van Vlieland. Verspreid over het eiland en het festivalterrein markeren vier objecten en verhalen de historische navigatielijn.
In deze gezamenlijke verkenning van traagheid, herinnering en oriëntatie onderzoeken Sijas en Sjoerd hoe het civiele baken als artistiek object een nieuwe rol kan krijgen in het Waddengebied. In twee bijdragen nemen zij de lezer mee in hun proces, langs erfgoed, tijdens wandelingen en een verlangen naar het idee van thuiskomen op een eiland.

Foto: Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot
Waar het goud verdween, blijft een navigatielijn achter
Lutinelijn is geïnspireerd op een denkbeeldige navigatielijn tussen twee historische bakens op Vlieland: de Lutinekaap en de Lutineveldkaap. Samen met twee bakens op Terschelling – waaronder de Brandaris – vormden de bakens op Vlieland een navigatiesysteem: door op zee zo te manoeuvreren dat de bakens op elk eiland precies achter elkaar in het zicht lagen, kon men de positie van het gezonken goudschip de Lutine bepalen. De Lutine verging in 1799 voor de kust van Vlieland, inclusief de waardevolle lading goud en zilver, bestemd voor de wederopbouw van de economie in Hamburg. De gezonken lading was belangrijk genoeg om de plek in de Noordzee te markeren. Slechts een klein deel werd teruggevonden, de rest ligt vermoedelijk nog altijd onder het zand van de Waddenzee.
Een samenwerking op en vanuit de plek
Vanuit onze gedeelde fascinatie voor bouwwerken op de grens van land en water geven we vorm aan een gezamenlijk artistiek onderzoek. Op Vlieland ontmoeten we elkaar met verschillende achtergronden: Sijas als theatermaker, Sjoerd als architect. Residentieproject Standplaats Vlieland biedt ons de ruimte om in een reeks kortlopende residenties de Lutinelijn te volgen. Tijdens deze verblijven bouwen we aan een levend archief — een groeiende verzameling verhalen, thema’s, observaties en vragen die opduiken langs deze denkbeeldige lijn. We bewegen ons tussen het alledaagse eilandritme, persoonlijke herinneringen en de cultuurhistorische lagen van het eiland. De Lutinekaap, die in 1999 werd herbouwd, al is het merkteken inmiddels afgewaaid, vormt een belangrijk startpunt. De lokale wens om deze kaap opnieuw op te richten boeit ons, juist omdat de betekenis ervan open ligt. Als het goud van de Lutine onvindbaar is, waar verwijst de Lutinekaap dan nog naar? Welke waarde hechten we eigenlijk aan dit landschap?
Erfgoed is in onze ogen meer dan alleen behoud van het tastbare; het ontstaat in de wisselwerking tussen bouwwerk en verhaal, tussen het civiele en het artistieke. Onze samenwerking stelt ons in staat te laveren tussen het materiële en het immateriële, tussen fysieke structuren en symbolische betekenissen. Door te wandelen verkennen we hoe een oude navigatielijn, het landschap en de gemeenschap met elkaar verweven zijn. Samen met eilanders, experts en bezoekers verzamelen we verhalen, audiofragmenten en reflecties die de veranderende relatie tot plaats en herinnering blootleggen.
Een veranderende betekenis voor kapen
De zoektocht langs de Lutinelijn begint aan de vaste wal in Harlingen, waar de grootvader van Sijas ooit een aannemersbedrijf startte: H. De Groot & ZN, nu bekend als De Boer en De Groot. Het bedrijf bouwde onder meer bakens in de Waddenzee: op het Griend, de Richel, Engelsmanplaat en het Willemsduin op Schiermonnikoog. Deze objecten spraken tot Sijas’ verbeelding – civiele kunstwerken als symbool van de strijd tegen het water.

Kapen zijn herkenbare structuren die in het weidse Waddengebied werden geplaatst op plekken waar duidelijke herkenningspunten, zoals kerken, ontbraken. Het plaatsen van de kapen was voor de handelssteden in het Waddengebied lange tijd een noodzaak. Sinds de dertiende eeuw gebruikte men tonnen en kapen om de juiste vaargeulen aan te geven. Waar een ton met een ketting aan de zeebodem verankerd ligt, torenen kapen soms wel dertig meter boven het landschap uit. In 1858 waren er nog 25 kapen in het Nederlandse Waddengebied, nu zijn het er nog een handjevol [1]. Door de komst van digitale navigatietechnieken, verloren kapen hun maritieme functie. Wanneer de oorspronkelijke functie verdwijnt, start een gesprek over de erfgoedwaarde. We vragen ons af wat bakens meer kunnen betekenen dan nautische hulpmiddelen. Wat als ze ons kunnen helpen herinneren, oriënteren, navigeren in een veranderende wereld?
Sijas
“Als kunstenaar trad ik in de voetsporen van het familiebedrijf van mijn grootvader en begon een zoektocht naar een nieuwe betekenis van bakens – als drager van verhalen. In de zomer van 2024 liep ik langs de Friese Waddenkust: een fysieke én symbolische voettocht waarin ik onderzocht wat verbinding betekent in tijden van verandering. Ik sprak met bewoners over de druk van toerisme, de spanning tussen behoud en ontwikkeling, en zorgen over woningbouw. Jongeren trekken weg vanwege het gebrek aan betaalbare woningen, terwijl steeds meer buitenstaanders huizen kopen. Dorpen veranderen in decorstukken – aantrekkelijk voor bezoekers, maar moeilijk leefbaar voor de dorpelingen die er zijn geboren. Tegelijk klonken ook hoopvolle stemmen: mensen die op nieuwe manieren samenleven, zich inzetten voor hun omgeving en via erfgoed en verhalen de band met het landschap versterken. Op Schiermonnikoog eindigde ik mijn tocht met Sjoerd, onder de Kaap Willemsduin – om terug te blikken op alles wat in beweging was gekomen.”
Lutinekapen op Vlieland
Na eeuwen van duik- en baggerpogingen is de zoektocht naar het goud inmiddels gestaakt. Wat ooit een prestigieuze goudjacht was, eindigde in het besef dat het wrak en de lading metersdiep onder het zand liggen. In 1999 werd een nieuwe versie van de Lutinekaap opgericht tijdens het zogeheten ‘Lutinejaar’, exact twee eeuwen na de schipbreuk. Het was meer dan een herdenkingsobject. Met herinneringsmunten, betonnen goudstaven en de herbouw van de kaap werd een collectief erfgoedverhaal tot leven gebracht. Het merkteken van deze nieuwe Lutinekaap is door een hevige storm afgewaaid en ligt inmiddels alweer jaren in het duin. Toch leeft op Vlieland de wens om de Lutinekaap te herstellen. Een mogelijke herbestemming van dit baken roept direct spanningen op. Zodra het onderwerp ter sprake komt, ontstaan er verschillende kampen. Sommigen willen een eigentijdse interpretatie: een nieuw symbool dat aansluit bij het heden en loskomt van nostalgie. Anderen verlangen juist naar een exacte reconstructie, in lijn met hoe het ooit was — alsof de fysieke vorm het geheugen kan vasthouden.

Foto: Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot
Om het belang van de Lutine voor Vlieland te begrijpen lezen we het boek Lutine (2013) en duiken online archieven in. We wanen ons in een weerbarstig landschap met schipbreuken, verstuiving op de eilanden en verdronken dorpen. De talloze ondernemingen om het Lutinegoud op te duiken zijn meermaals vastgelegd. Journalisten en toeristen reisden met de duikers mee. Zo reisde een verslaggever van De Telegraaf in het voorjaar van 1933 mee met Terschellingse duikers. Eenmaal aangekomen ter hoogte van de Lutine beschrijft hij:
“Het water valt erg mee, hoewel er af en toe een zeetje breekt dat onze boot wat krachtiger doet schommelen, maar het zicht is heel slecht, zoodat Terschelling nog Vlieland te zien is, laat staan dat men gebruik zou kunnen maken van de kruispeiling, met behulp waarvan men zeker tot op een meter nauwkeurig de Texel [de boot] midden boven het achterschip van de Lutine kan brengen. Daardoor maakt men gebruik van een 3-tal z.g. “kapen” op Terschelling en Vlieland. Op eerstgenoemd eiland heeten zij de Brandaris, de Lutinekaap en de Noordvaarder, op Vlieland de Zuidkaap, de Veldkaap en de Lutinekaap. Zij staan alle op onderlinge afstanden van 2 tot 5 k.m. en het geheel is ingericht met behulp van een landmeter. Er moet nu om op het juiste punt te komen zoo gemanoeuvreerd worden, dat elk stel kapen der beide eilanden in één lijn gezien wordt.”[2]

De ligging van het wrak der Lutine, naar gegevens van Taurel en Ter Meulen, kaartje uit 1886. Geraadpleegd via https://www.flickr.com/photos/130970247@N04/20268695231/in/dateposted/
Opmerkelijk genoeg staat de Lutinekaap sinds 1999 niet op de oorspronkelijke locatie, maar 183 meter westelijker. Toch beschouwen velen deze plek als een vertrouwd oriëntatiepunt, verweven met hun persoonlijke en collectieve herinneringen aan het eiland. Hoe zag de oorspronkelijke, oostelijke kaap er eigenlijk uit?
Als het goud niet meer te vinden is, wat symboliseert de kaap dan nog? Vanuit deze fundamentele vraag is de Lutinelijn als verkennende kunstmanifestatie ontwikkeld. Lutinelijn bevraagt hoe we langs voormalige navigatielijnen anders naar het veranderende kustlandschap op Vlieland kijken. Hoe kunnen plekken op die lijnen ons oriëntatiepunten geven in het hier en nu? We herinterpreteren het Lutinegoud als symbool en stellen de vraag: wat vormt het goud vandaag?
Tussen wad en duin: in de luwte van het seizoen
In november 2024 start de zoektocht naar de Lutinelijn op Vlieland. Waar Sijas al decennialang met het landschap vergroeid is, tast Sjoerd nog de randen van Vlieland af.
Sjoerd
“Het weer is grijs. Vanuit Studio Betzy – de voormalige atelierwoning van kunstenaar Betzy Akersloot-Berg (1850 – 1922) – achter Museum Tromp’s Huys, kijk ik uit op de dijk. Het nieuwe dijklichaam ligt er en wacht op graszoden. Ik herken de stratenmakers van de ochtendboot. Bepakt met koelboxen liepen ze voor mij de boot af. De stratenmakers plaveien het nieuwe fietspad beneden aan de dijk. Ik vraag me af of mijn perspectief vanuit de atelierwoning is meegenomen in de uitwerking van het nieuwe dijkprofiel. Het had niet veel gescheeld of het wad was vanuit het atelier achter de dijk verdwenen.”

Foto: Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot
In het Tromp’s Huys bekijk ik de collectie aan oude zeekaarten vol betonning en kapen. Geïnspireerd dwaal ik die middag over een verstild eiland. Op zee riepen bakens hun aanwezigheid uit: “Hier ben ik!” Maar die bakens zijn hier bijna allemaal verdwenen, opgelost in de digitale precisie van gps-signalen. Wat ooit een visueel houvast was, is nu gereduceerd tot coördinaten op een scherm.
Met Dirk Bruin, eilander en lokale historicus, ga ik op zoek naar de verdwenen Lutineveldkaap. Dirk kent het verhaal over de Lutine als geen ander. Hij vertelt me dat hij de voet van de veldkaap al eens heeft gefotografeerd. Na een halfuur zoeken op de plek ontdekken we dan toch tussen de rozenbottels een verroeste stalen voet. De coördinaten liegen niet, met een verdiepingshoge markering was deze plek zo’n tien kilometer noordelijker zichtbaar.
Sijas komt een dag over. Vanaf de terminal, waar de veerboot aankomt, wandelen we eerst naar de Lutineveldkaap. Ik wijs hem de weg en laat hem de stalen voet zien.
We spreken in:
“We hebben een eerste ankerpunt – hier stond de Lutineveldkaap. We weten niet wanneer die gesloopt is. We denken dat het een ijzeren constructie was. De paal was ongeveer tien meter hoog. Die paal noemden ze ook wel de koning. Er zat een merkteken op: een driehoek, zijn kroon.”
Vanaf hier lopen we verder langs de denkbeeldige Lutinelijn. We lopen via het bos richting de camping. Werklui vervangen de waterleiding langs de Kampweg. Verder is het eiland stil. Op de camping wachten de afgebroken tenthuisjes onder groene dekzeilen de winter af. We lopen verder de camping op, Sijas gaat voor — hij komt al veertig jaar op Vlieland. Zijn vaste plek op camping Stortemelk, vijftig meter van de zee, ligt officieel in vak ‘groen’, maar wordt de ‘goudkust’ genoemd. In de luwte achter het duin kun je in slaap vallen met het geruis van de Noordzee. Op de lege seizoensplek gaan we zitten in het gras en luisteren naar de zee.
Sijas
“Vlieland heeft een diepe betekenis gehad in mijn overgang van kind naar volwassene. Het eiland fungeerde als decor voor initiatierituelen. Voor mij symboliseert het een plek van transformatie en zelfontdekking. Het bood een toevluchtsoord, waarin ik los kon komen van mijn omgeving en overtuigingen, en mezelf opnieuw kon ordenen.”

Langs kaarten en kapen
In maart keren we terug naar Vlieland. Met kaarten onder de arm — deels historisch, deels verbeeld — volgen we de denkbeeldige Lutinelijn. In groepsaccommodatie De Nulck kruist de lijn onze kamer. Vanuit het raam kijken we uit op het duin waar de oorspronkelijke Lutinekaap vermoedelijk stond, 182 meter oostelijk van de huidige locatie. Een kleine verschuiving op papier, een wereld van verschil in het landschap.

De camping ligt er stil en verlaten bij. In het bos ontmoeten we een bezoeker van Terschelling die als kind zomers op Vlieland doorbracht. Achterop bij zijn oom, de boswachter, verkende hij het eiland. Nu keert hij terug, op zoek naar de plekken van zijn jeugd. We vragen hem naar de “Ruige Plak”’ — een plek waar planten mogen verwilderen, zegt hij. Op de kaart vinden we een andere markering: “Baak”. Een vergeten baken? Het zal hoog in het bos hebben gestaan, maar de diepe kuil brengt ons in gedachte dichter bij die verdwenen “Baak”.
Later ontmoeten we Hans Stolk en Peter Schalk in het Tromp’s Huys. Hans — kleinzoon van Willem Duinker, oprichter van groot vakantiehuisjesterrein Duinkersoord — herkent de thema’s van erfgoed, toerisme en het ritme van het eiland in ons verhaal. Hij noemt de kapen: Kaap Bol, de Strandkaap, de Grote Kaap en hoe ze verbonden zijn met toerisme. We spreken over herbestemming van kapen en de verschuivende betekenis van het Lutinegoud.

Foto: Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot
Wij spreken in:
“Je zou dus ook die blik naar voren kunnen geven, van hoe kan je dat goudverhaal, die goudjacht, goudzucht, ook omdenken om die meer metafysische vraag te stellen. Waar ligt voor jou het goud? En misschien eenvoudiger, waarom kom je hier en waar hou je van? En hoe kom je thuis?”
De volgende dag organiseren we een wandeling langs de Lutinelijn. We starten bij het wad, waar we kort iets vertellen over ons project en de verdwenen bakens op het eiland. De groep bestaat uit eilanders en badgasten. Iedereen krijgt een vel papier en schrijft daarop een woord dat op dat moment bij hen blijft hangen — iets wat ze zien, voelen of denken.
We wandelen het bos in. Daar geven we de vellen papier aan elkaar door. Sjoerd beschrijft het landschap van ruim honderd jaar geleden: “Stel je een eiland voor zonder bomen, alleen zand, lucht en wind. Hoe weet je waar je bent? Waar wil je naartoe?”
Naast het woord van hun voorganger tekenen ze het landschap. Niet realistisch, meer een indruk van het vroegere landschap. Zo ontstaat een reeks persoonlijke combinaties van woorden en beelden, doorgegeven indrukken om anders naar het landschap te kijken.

Vier plekken – één lijn
In mei zien we het eiland veranderen. Tijdens Pasen zette Sijas samen met zijn zus en zwager de tenten op hun vertrouwde seizoensplek op. Er wordt gewerkt aan nieuwe tenthuisjes, seizoenswerkers komen en gaan — het ritme van aankomst en vertrek is duidelijker zichtbaar dan in de winter.
Met ons groeiende archief zoeken we het gesprek op met eilanders, badgasten, werklieden. Wat betekent het eiland? Wat is thuiskomen? En wat doet die overtocht — de boot als tijdcapsule — met onze waarneming van tijd en plaats? We registreren wat we tegenkomen. Omgevingsgeluid, het reliëf van het landschap, lichtval, stemmen.

Foto: Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot
We selecteren vier plekken waar de lijn voor ons tastbaar lijkt te worden. Vier ankerpunten, vier manieren om te markeren. Aan het wad, een plek waar we een mobiel baken tijdelijk zullen neerzetten: als axis mundi. In de bosrand, de plek van het restant van de oorspronkelijke Lutineveldkaap: een ankerpunt. Verderop in het bos de kuil, de plek waar ooit ook een onduidelijk baken heeft gestaan: een plek voor suggestie. En in een duinpan, naast de Lutinekaap uit 1999, een plek die verwondering wekt.

Foto: Sjoerd Willem Bosch en Sijas de Groot
Erfgoed als levend gesprek met het eiland
We hebben de lijn aangeraakt, het eiland leek iets terug te zeggen. In de winter toont Vlieland zich in een andere gedaante: stiller, rauwer, en soms wat ongrijpbaar. Juist in die tussenperiode, waarin het eiland zich voorbereidt op het seizoen, vallen dingen op die anders misschien over het hoofd worden gezien. We merken hoe erfgoed hier niet alleen iets van het verleden is, maar iets van nu: in hoe mensen zich verhouden tot een plek, en wat ze er steeds opnieuw in willen herkennen.
De opgehaalde verhalen en herinneringen vormen samen een rijk weefsel van betekenis en ervaring. Ze vertellen over verlangen, rituelen en thuisgevoel op Vlieland, maar ook over het achterlaten en meenemen van het eiland in de geest. Deze verhalen geven richting aan ons werk en verbinden ons met de plek en haar mensen. De vier plekken die we hebben gekozen, vormen een eerste structuur van Lutinelijn. We zien de plekken als open ruimtes, plekken waar we werk en verhalen kunnen laten landen. De lijn wordt helder.
Voor de vier plekken werken we verder aan vier verhalen en ruimtelijke interventies, waarbij we objecten en landschap samenbrengen. Deze plekken nodigen uit tot reflectie: wat kan een baken vandaag de dag betekenen? Hoe markeer je iets dat ongrijpbaar lijkt?
Het eiland is het eiland en blijft het eiland precies omdat het eiland is waar het eiland is.
[1] Knol, E. (2014, 27 november). Klein maritiem erfgoed sterkt identiteit Waddenzee. Friesch Dagblad. Geraadpleegd via: https://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?code=FRD&date=20141118&v2=true&id=FRD-20141118-01024001
[2] De Telegraaf. (1933, 12 mei). Boven het “Lutine” wrak. De Telegraaf. Geraadpleegd via https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110569439:mpeg21:a0285
Sijas de Groot - tussenland.net - @sijaspaulus
Sjoerd Willem Bosch - sjoerdwillembosch.com - @sjoerdwillembosch
Tussenland - @tussenland